In therapie bij Rutger Kopland [6]

Een portret van Jantsje, gemaakt door Christina

Christina* werd in 1951 geboren in een dorpje in Friesland. Nadat ze haar HAVO-diploma haalde, lanterfanterde ze een jaar en had ze verschillende baantjes. In de 70’er jaren studeerde ze af aan de sociale academie. Met haar toenmalige echtgenoot vertrok ze naar de Verenigde Staten. Hij werkte daar en zij ging naar Engelse les (een soort inburgeringscursus) en schilderles. Ze wist toen nog niet wat haar aan psychisch leed allemaal te wachten stond.

Door: Jantsje Walstra – eerder verschenen in de Huis aan Huis, Leeuwarden en omstreken

Christina scheidde in 1981 en ging terug naar Nederland. Ze zocht werk maar op een gegeven moment zat ze niet meer lekker in haar vel. Haar huisarts verwees haar naar een psychiater. ,,Hij zei niet zoveel maar luisterde vooral. Het bleek achteraf dat hij toen al de diagnose paranoïde schizofrenie bij mij gesteld had”, vertelt Christina. Ze ging naar een therapeutische gemeenschap op het Groningse platteland, maar toen de psychiater daar zèlf overspannen raakte, stuurde haar zusje haar naar de stad Groningen ,,Hier woonde een psychiater die een goede naam had, het was de ook als dichter bekende Rutger Kopland.”

Een sok over de rookmelder 
Uiteindelijk werd Christina  in 1984 toch opgenomen in Franeker (toen de enige GGZ-instelling in Friesland). Reden was haar verwarde toestand en dat ze weigerde medicatie te gebruiken. ,,Ik deed een sok over de rookmelder, omdat ik dacht dat daar een camera in zat.” Ze kan daar nu wel om lachen. Zelf zegt ze dat ze het verblijf in de instelling wel als prettig had ervaren. ,,Het gebrek aan dwang. Het veilige beschermde gevoel dat er op je gelet en gepast wordt. Tegenwoordig moet iedereen maar thuis opgevangen worden. Voor sommigen is dat beter, maar anderen hebben toch wat meer bescherming nodig.”

Onder dwang
Toen ze in 1992 onder dwang medicatie toegediend kreeg, ging het snel een stuk beter. Op een gegeven moment begon Christina naar huisjes te zoeken buiten Franeker. Ze kreeg een leuke woning in Midden-Friesland en ze werkte als dagbesteding op de boerderij bij haar broer. ,,Ik hielp daarna in de weekenden mijn ouders thuis. Mijn vader was toen inmiddels invalide. Toentertijd begon ik ook met vrijwilligerswerk, waaronder bij lotgenotencontactgroep Anoiksis.” Inmiddels is ze regiocoördinator van deze vereniging.

Lege blik in de ogen
In die tijd pakte ze bovendien een studie op aan de Kunstacademie in Groningen. Hier studeerde ze af met een serie portretten van mensen met schizofrenie. ,,Kenmerkend aan deze portretten is de lege blik in de ogen”, aldus de recensie in de Leeuwarder Courant destijds. Christina exposeerde op verscheidene plekken en kreeg een toelage uit een eenjarig fonds. Een foto die ze maakte van haar jeugdomgeving hing een tijdje in het Haags gemeentemuseum.
Door haar studie aan de Kunstacademie kreeg ze meer zelfvertrouwen. Wat ook hielp in haar herstel was met vrienden afspreken en in beweging blijven zoals wandelen, fietsen, kamperen en zwemmen. ,,Ga vooral niet de hele dag onder de dekens in bed liggen, maar zorg dat je erop uit gaat,” is haar advies aan lotgenoten.

* De naam Christina is een pseudoniem

(Dit is deel 6 in een serie over psychische kwetsbaarheid. De auteur hoopt met haar artikelen het taboe rond deze problematiek weg te nemen)